Slecht gefaciliteerde thuiswerker gevoelig voor burn-out

AMSTERDAM – Steeds vaker valt de term het ‘nieuwe werken’: het maakt werknemers flexibel en daar is veel vraag naar in tijden van crisis. “Werkgevers willen personeel aannemen in tijden van drukte en hen weer afstoten wanneer er minder werk is.”

Dat stelt professor Pascale Peters van de Radboud Universiteit te Nijmegen. Zij doet al jaren onderzoek naar onder meer de voor- en nadelen van het nieuwe werken voor mensen in loondienst die thuis mogen werken.

Uit één van haar onderzoeken blijkt dat werknemers die flexibel werken voor een gezonde balans tussen werk en privé moeten zorgen. Doen zij dit niet dan is er de kans op een burn-out.

Om die balans optimaal te houden is het volgens Peters onder meer van groot belang

dat een thuiswerker ervoor zorgt dat deze goed gefaciliteerd is. Dus; voldoende autonomie ofwel, vrijheid in het werk heeft maar ook een goede werkplek in de woning waar hij functioneel gebruik kan maken van nieuwe technologiëen.

Ook heeft een thuiswerker er baat bij dat hij niet te geïsoleerd werkt, en dus af en toe wat afleiding opzoekt. Wanneer al deze condities niet aanwezig zijn, kan het mis gaan. De thuiswerker laadt zijn batterij niet goed op, raakt prikkelbaar en dat kan doorslaan in uitputting die kan ontaarden in een burn-out.

Baas

Ook de werkgever draagt in deze constructie zijn verantwoordelijkheid, stelt Peters. Die moet werknemers bij het geven van meer ruimte en bewegings-vrijheid ondersteunen en faciliteren. Deze cultuuromslag is nog niet bij alle werkgevers in Nederland voelbaar. Enerzijds komt dat doordat niet in alle industrieën flexibel gewerkt kan worden, anderzijds omdat het nieuwe werken nog erg veel vragen oproept.

Aantrekkelijk

Uit onderzoek van Newcom research and Consultancy blijkt dat 34 procent van de werkgevers anno 2010 iets met het nieuwe werken doet en dat 82 procent van de werknemers de werkgever die het nieuwe werken aanbiedt aantrekkelijk vindt.

De onderzoekers ondervroegen 2673 mensen. Zij ondervonden dat met name de ICT en automatiserings-sector, het bank- en verzekeringswezen en de zakelijke dienstverlening al behoorlijk zijn ingeburgerd met het nieuwe werken.

De chemische industrie volgt op de voet. Met name de zorgsector, uitgeverijen, communicatie-en media bedrijven, het onderwijs en de overheid scoren laag en blijven achter.

[Bron: NU.nl 01-10-2010]