Minder stress door flexibele werktijden

Stress door een hoge werkdruk, tijdsdruk en vervelende collega’s, het zal veel mensen bekend voorkomen. Uit Brits onderzoek blijkt nu dat mensen minder last van deze stress hebben als zij zelf hun uren mogen indelen, zoals bij zelfroosteren en thuiswerken.

Flexibele werkuren kunnen een verademing zijn. Het zelf indelen van je tijd of thuiswerken zorgt ervoor dat je tussen de werkzaamheden even een pakketje op de post kan doen, boodschappen kan doen of je kind van school kan halen. Niet alleen is dit prettig voor de werknemer, ook de werkgever heeft er baat bij.

Controle

Uit Brits onderzoek blijkt namelijk dat mensen die zelf hun werkrooster kunnen bepalen, gezonder zijn.

Dit geldt ook voor de oudere werknemer die de keuze heeft om geleidelijk met pensioen te gaan.

Het onderzoek laat een verband zien tussen verzuimcijfers en de mate waarin medewerkers hun uren zelf mogen indelen. Het gaat er volgens de onderzoekers vooral om dat werknemers het gevoel hebben dat ze de controle behouden en een keuze hebben.

Zelf gezond

De werknemers met flexibele werkomstandigheden hebben een gezonde bloeddruk en hartslag, zijn minder snel moe, voelen zich mentaal beter en slapen langer en beter. Ook vinden ze vaker van zichzelf dat ze gezonder zijn dan mensen die niet zelf hun werktijden kunnen indelen.

Verlies zelfstandigheid

Een werkgever die bepaalt dat een werknemer minder uren kan werken of juist veel moet overwerken, kan een slechte invloed hebben op de gezondheid.

Het verlies aan zelfstandigheid veroorzaakt stress bij de werknemer, wat weer kan leiden tot hartkwalen, depressie en angstgevoelens. Dus wie van zijn werkgever niet thuis mag werken, heeft nu een goede troef in handen.

Onderzoeksresultaten

Het onderzoek werd gestart omdat flexibele werkuren steeds meer voorkomen, terwijl de consequenties voor de gezondheid niet bekend zijn.

De onderzoekers deden niet zelf onderzoek, maar maakten gebruik van de gegevens van tien onderzoeken die al eerder gedaan zijn. Ze gebruikten onderzoeksresultaten uit de Verenigde Staten, Finland, Groot-Brittannië, Australië, Denemarken en Nederland.

[Bron: Gezondheidsnet 01-04-2010]