Met meer dan tienduizend oproepen stond de Zelfmoordlijn ook in 2009 roodgloeiend. Vooral de eenzaamheid bij alleenstaanden en het hoge aantal suïcidale mensen zonder juiste begeleiding valt op.
Het Centrum ter preventie van zelfdoding kreeg ook het afgelopen jaar meer dan 10.000 oproepen te verwerken. In 90 procent van de gevallen via de telefoon, de rest via de chatfunctie. Ondanks het hoge cijfer blijft het taboe rond mentale gezondheid en zelfdoding bestaan. ‘22,9 procent van de bellers en 29,4 procent van de chatters spreekt pas voor het eerst over zijn of haar zwarte gedachten’, zegt directrice Grieke Forceville. ‘Meer dan een derde van onze oproepers raadpleegt geen deskundige. Nochtans denkt bijna de helft van onze oproepers al langer dan een jaar aan zelfdoding en hebben velen al een poging achter de rug. Dat is toch wel verontrustend.’
Alleenstaanden vormen de grootste risicogroep voor zelfdoding. Van alle bellers bleken 7 op de 10 alleenstaand. Bijna de helft daarvan gaf eenzaamheid aan als hun grootste probleem. Vooral bij mannen blijkt dat een groot obstakel.
Bijna 60 procent van de bellers klaagt over ontoereikende hulp. Men is vaak niet tevreden over de kwaliteit van de hulpverlening of men weet niet goed bij wie men terecht kan. Oproepers die al langer dan een jaar aan zelfdoding denken (en dat is bijna 50 procent) spreken over hun grote ontevredenheid over de geestelijke gezondheidszorg.
Opvallend: het aantal oproepen blijkt het hoogst in de maanden maart en april. ‘In de wintermaanden zitten wel meer mensen vaak thuis. De sociale contacten verwateren.
Van zodra de lente begint, nemen de contacten toe. Mensen worden vrolijker en energieker. Maar wie zich al slecht in zijn vel voelde, wordt daar in de lente extra hard mee geconfronteerd.’
[Bron: Het Nieuwsblad.be 29-03-2010]