Help, mijn man is depressief!

AMSTERDAM –  Klinisch psycholoog Huub Buijssen kan amper uitleggen hoe een depressie voelt: “Psychiaters en psychologen kunnen zich na jaren ervaring enigszins indenken hoe een psychose voelt of schizofrenie, het lukt ons, professionals, niet om ons in te leven in een ernstige depressie.

Depressie

De vragen van leken, uit de naaste kring rond iemand met een depressie, zijn dan ook groot: hoe te steunen en wat te vermijden, hoe kunnen we stimuleren, hulp te zoeken, hoe blijven we zelf overeind?”

Voor die mensen schreef Buijssen het boek ‘Als je man, dochter, zus… depressief is’. “In Nederland kampt ruim 6 procent van de bevolking met een depressie, en de naaste omgeving lijdt er net zo goed onder als de patiënt zelf. Een depressie is wel even iets anders dan de maandagochtendblues.

Bij een dipje voel je je rot, met een zware depressie voel je soms juist niks. En paradoxaal genoeg is deze leegte de allerergste vorm van zielenpijn. Depressie komt uit het Latijn en betekent neerdrukken, een juiste benaming. Om door een zwembad vol water te lopen is al zwaar, een mens met een depressie waadt door meters stroop. En dan zegt zijn omgeving: ‘kom op, je moet gewoon wíllen’. Maar bij de depressieve mens schort het aan het kunnen willen. Zijn startmotor is stuk.”

“Trap niet in die valkuil van adviseren: ‘doe eens vrolijk, geniet eens’. Zelf zou hij niets liever willen, die adviezen ondermijnen zijn toch al lage zelfvertrouwen. Vermijd het dwingende woordje ‘moeten’: jij moet eens een uurtje naar de sportschool, goed voor je! Zeg niet: ‘je bent de laatste tijd zo nurks en nukkig’.

Zeg: ‘Ik zie dat er iets aan de hand is met je, je lacht minder, bent heel vroeg wakker, klaagt dat je moe bent. Zo ken ik je niet, ik maak me zorgen, is er iets?’ Verlang niet meteen een antwoord, maar kom er dagen later op terug. Toegeven dat je de kar niet meer trekt is niet gemakkelijk. Mensen met een depressie hebben een ander nodig, maar ze zijn dubbel, ze willen wel én geen hulp.”

Depressie veranderd

Buijssen komt er in zijn boek uitgebreid op terug dat antidepressiva vaak niet het antwoord zijn, en wroeten in het verleden evenmin. “De oorzaak kán daar liggen, maar de oplossing ligt er zeker niet. Help door te zoeken naar een goede psychotherapie en pas op, er is veel kaf onder het koren.”

“Als naaste verkeer je ook in rouw, die man met die depressie is niet jouw man. Hij is veranderd. Dat verdriet mag je met hem delen, maar het hem niet verwijten.

Hij is niet depressief om jou het leven zuur te maken. Word kwaad op de ziekte, niet op hem, hij lijdt al genoeg. Voor jouw irritatie heeft hij een radar en dan wordt hij nog somberder, zodat jullie meer en meer van mekaar verwijderd raken. Met als gevolg dat er mogelijk straks twee depressief zijn. Drop je zorgen, angst en wrevel bij derden. Ook al komt daar schaamte bij kijken. Want die man, of dochter die zo ongelukkig is, is wel een deel van jou. Maar maak jezelf geen verwijten: ‘hij heeft alles en toch een depressie, dus moet jij wel tekort geschoten zijn’. Aan jou ligt het niet.”

Moeilijk

“Al is het moeilijk om een beminde te zien lijden, zit hem niet te veel op de huid. Dat is voor jezelf en voor hem het beste.”

“Bij de veiligheidsdemonstraties in het vliegtuig verbaasde het mij vroeger dat je als ouder bij calamiteiten eerst bij jezelf het zuurstofkapje op moet zetten, en daarna pas bij je kind. Maar het is logisch. Als je zelf geen zuurstof meer krijgt, kan je een ander ook niet meer redden. Precies zo is het niet egoïstisch om bij een depressie eerst aan jezelf te denken. Anders stik je. Wil je dat hij iets meer onderneemt, stel dan voor samen iets te doen. Samen wandelen in het bos. Als je stevig beweegt, maakt het brein zijn eigen antidepressiva.” Huub Buijssen zegt het met zelfspot:  Bewegen werkt helend.

[Bron: Telegraaf.nl 1-2-2010]